woensdag 18 april 2012

Is het arrogant - of bescheiden om in de spotlights te durven staan?

Toen ik in de twintig was, wilde ik eigenlijk al best graag boeken schrijven. Maar ik deed het niet. Ik vond dat ik nog niet genoeg wist. Ik was gepast bescheiden, vond ik.

Een kennis die ik helemaal niet opvallend goed vond in haar vak, deed het wel. Ze verzamelde een aantal experts, schreef een aantal hoofdstukken over het vakgebied, vroeg de deskundigen er ook een paar te schrijven, en publiceerde een boek. Dat de volgende tien jaar steevast bovenaan de lijstjes 'verplichte literatuur' op het vakgebied stond.

Ik vond het zó arrogant. Hoe kon iemand die ik heus niet zo goed vond, nou denken dat zij hét handboek voor het vakgebied kon maken? Dan kon iedereen dat wel. Dat zij dacht dat zij daar wel even goed genoeg voor was, tssssk, terwijl er dus wel héél veel mensen waren die dat ook of wel beter zouden kunnen. Maar die waren allemaal, net als ik, te bescheiden om het te schrijven.

Nu, heel wat jaren en ervaring rijker, krijg ik rode wangen van schaamte over mijn oordeel van toen. Want let's face it: vinden dat je zelf eigenlijk een véél beter boek had kunnen schrijven, als je maar niet zo bescheiden was? Yeah, right. Bescheiden was het láátste wat ik was. (Merk ook op dat ik blijkbaar vond dat ik kon beoordelen wie er 'goed' was in dat vak.)

Zij daarentegen maakte zich niet te veel druk om zichzelf, ging aan de slag, verzamelde de informatie, schreef het boek, en voorzag tien jaar lang in een blijkbaar flink gevoeld gat in de markt.
Ik begin te geloven dat het omgekeerd is. Je moet niet arrogant zijn om in de spotlights te willen staan, je moet bescheiden genoeg zijn.

Je moet bescheiden genoeg zijn om met hart en ziel iets te maken of te doen en het aan de wereld te durven laten zien, in de volle wetenschap dat het niet perfect is. Omdat perfectie niet bestaat. Omdat iedereen er iets anders van zal vinden. Omdat er altijd mensen kritisch naar je zullen kijken en omdat er altijd 'bescheiden mensen' zoals ik was, zullen zijn die je arrogant vinden.

Zoals Marianne Williamson zegt in haar beroemde en veel gequote gedicht: "Your playing small does not serve the world." Bescheiden in een hoekje zitten helpt de wereld niet. Je nek uitsteken en iets maken, wél.

Méér kudos voor iedereen die iets maakt, hoe feilbaar ook, dan voor de beste stuurlui aan wal.

Wat vind jij? Is het arrogant om het podium te nemen en de schijnwerpers te zoeken? Is het bescheiden? Of alles ertussen in? En wat doe jij zelf?

dinsdag 17 april 2012

Ga jij op exenjacht?

Lola schrijft voor magazines en internetsites, ze snelt op haar hoge hakken door de spacy torens van de Zuidas, en met minnaar Henri vliegt ze naar Dubai. Maar haar avonden brengt ze alleen door, achter haar laptop. Steeds 'op exenjacht', op zoek naar Tom, en Jacobus, en Boris - en hoe heette toch ook weer die knappe jongen die..?

Agatha is succesvol ondernemer in fashion design, en haar liefde is voor Marcel. Maar in gedachten is ze alleen maar bezig met calorieën, elke minuut van ieder uur...

Tina maakte de wereldreis, ze beklimt nu de carrièreladder, maar in haar hart wil ze maar één ding - een kind. Waar haar Peter maar steeds niet aan toe is...

De acht verhalen in Mirjam Windrichs nieuwe ebook Op Exenjacht draaien om geheimen die we misschien niet eens aan onze beste vriendin opbiechten... maar waar we misschien allemaal van alles in herkennen. Want:

"Er is een ander leven dan het bestaan van de buitenkant, van de verwachtingen, van de mal waarin we allemaal zouden moeten passen," zegt schrijfster Mirjam Windrich.

Die zin treft me in mijn hart. En het is wat maakte dat ik Op Exenjacht zo graag wilde uitgeven, hoewel het fictie is. Dat hebben we bij Réunion nog nooit uitgegeven! (en dat is trouwens een goede tweede reden: blijf groeien.) Misschien zijn mijn angsten, emoties en verlangens andere dan die van Lola, of Francoise, of Luz - maar dát we ze hebben, delen we.

Wie van ons gaat er 's avonds nooit even 'op exenjacht' via Facebook, LinkedIn of Google? Vroeger was die ooit zo verzengende liefde uit het oog, uit het hart, maar nu is een ex altijd maar één muisklik weg - wat doet dat met ons? En hoe houden we ons in het diepst van onze gedachten bezig met relaties, met ons uiterlijk en ons gewicht, en onze al dan niet aanwezige kinderwens? Het leven is maf, niet maakbaar, zegt Mirjam.

Zij beschrijft Lola, Manoes, Luz en de anderen zo indringend dat de verhalen onder je huid lijken te kruipen. Al eerder schreef Mirjam Windrich boeken over internettherapie, en een aantal romans. Ze is ook de grondlegger van Mindful Analysis, een methodiek voor online begeleiding.

Het digitale boek Op Exenjacht is overal online te koop voor maar € 4,99:
bijvoorbeeld hier bij Bol, bij hier bij Uitgeverij Réunion, of hier bij Kobobooks en hier bij Bruna.

woensdag 11 april 2012

Kun je in je eentje een echte vrouw zijn?

Wat vinden jullie nou echt vrouwelijke eigenschappen, vroeg iemand gisteren op Twitter. Helpen, steunen, delen? Welnee, reageerde iemand anders: Dat zijn normen. Geen feiten.

Ja, wat vinden we daar eigenlijk van, vrouwelijkheid en mannelijkheid? En is dat veranderd in de laatste decennia? Of niet? Anna Fels verwijst in Vrouwen & Ambitie naar de bekendste en meest gebruikte psychologische test daarvoor, de BSRI. Dat is een lijst met eigenschappen, waarbij de proefpersoon kan aangeven in hoeverre die bij hem of haar passen.
[Update 14 april: de lijst is gebaseerd op wat onderzoekers vaststelden dat honderd studenten rangschikten als eigenschappen die in Amerika als ‘typisch mannelijk’ en ‘typisch vrouwelijk’ werden beschouwd. Oftewel: wat *vinden* wij dat mannelijk of vrouwelijk is.]

Typisch vrouwelijk is: meegaand, loyaal, opgewekt, meelevend, verlegen, hartelijk, liefdevol, zorgzaam voor anderen, gevoelig voor vleierij, begrijpend, wil graag gekwetste gevoelens verzachten, zachte stem, warm, teder, goedgelovig, kinderlijk, gebruikt geen ruwe taal, houdt van kinderen, zachtzinnig.
Als je de lijst vrouwelijke eigenschappen goed bekijkt, vallen twee dingen op, zegt Anna Fels.

Je kunt in je eentje niet attent, meegaand, hartelijk of verlegen zijn. En de vrouwelijke eigenschappen gaan dus voor het overgrote deel over eigenschappen die alleen in relatie tot een ander kunnen voorkomen. Het tweede dat opvalt is dat het er bij bijna alle eigenschappen om gaat iets te geven: aandacht, liefde, sympathie, troost, zorg. Vrouwelijkheid wordt gedefinieerd door de aard en de kwaliteit van je relaties. Oftewel: kun je in je eentje wel een echte vrouw zijn?

Voor mannen geldt dat allemaal veel minder. Een man alleen is nog steeds een echte man, als je de lijst daarvoor bekijkt: autonoom, sterke persoonlijkheid, krachtig, onafhankelijk, analytisch, staat voor zijn mening, atletisch, assertief, heeft leiderscapaciteiten, bereid om risico’s te nemen, besluitvaardig, zelfstandig, dominant, kan op zijn strepen staan, agressief, neemt de leiding, individualistisch, competitief, ambitieus.

Is dit allemaal niet veranderd in de laatste decennia? Ja, maar met een twist.
Vrouwen identificeren zich wel meer met ‘mannelijke’ eigenschappen dan vroeger maar – ze hebben géén van hun ‘vrouwelijke’ eigenschappen laten vallen. De vraag hoe je de onvermijdelijke conflicten tussen deze twee sets eigenschappen moet oplossen, is voor bijna elke vrouw nog steeds essentieel, schrijft Anna Fels.

Want wat moet je doen als je man een betere baan krijgt aangeboden in een andere stad, terwijl je je eigen ambities daarvoor moet opgeven? Moet je je meegaand, loyaal en vriendelijk opstellen – (‘vrouwelijk’) of onafhankelijk en krachtig (‘mannelijk’ )? Wat doe je als je man steeds vaker moet overwerken, en zijn zorgtaken niet kan nakomen? Moet je dan ‘begrijpend’ reageren en het opvangen (vrouwelijk), of ‘op je strepen gaan staan’ (mannelijk)? Het is nog geen eenvoudige weg om te gaan. Zoals Anna Fels schrijft:

Vrouwen hebben tegenwoordig meer ruimte om hun eigen doelen vast te stellen en na te streven, maar dat wordt alleen geaccepteerd als ze eerst tegemoet zijn gekomen aan de behoeften van hun directe omgeving – echtgenoot, kinderen, hulpbehoevende ouders. Als ze niet aan die voorwaarde voldoen, wordt hun vrouwelijkheid in twijfel getrokken.”

Wat vind jij? Herken jij deze dilemma's? En hoe los je ze dan op?

maandag 9 april 2012

Gelezen: "Egostrippen: de kick van je eigen ik"

In februari reageerde ik enthousiast op een Twitteroproep van Uitgeverij Haystack aan bloggers die Egostrippen van Rick van Asperen wilden bespreken. De boekbeschrijving sprak me aan: "Je probeert het iedereen naar de zin te maken, je partner, je collega’s en je vrienden. Maar zeg eens eerlijk, word je blij van alle rollen die je dagelijks speelt? [..] Strip je ego: richt je voortaan op wat jou beweegt en wat je diep in je hart wilt, thuis en op het werk." Ik wilde het boek graag lezen, omdat ik soms wel wat standvastiger zou willen zijn en me niet te gauw laten afleiden door wat ik denk dat anderen van me zouden kunnen vinden.

Nu zit ik er maar mooi mee in mijn maag. Want nu moet ik een boek bespreken dat erom draait dat elk oordeel dat je hebt over iets of iemand anders, eigenlijk (of zelfs alleen maar) iets zegt over jezelf. Voor de veiligheid begin ik dan maar met wat ik meteen goed vond aan het boek: de sterke vormgeving (van Foxy Design) en het feit dat je het werkboek er als gratis ebook bij kunt downloaden. Een mooi voorbeeld van innovatief uitgeven.

De eerste hoofdstukken van Egostrippen riepen bij mij meer vragen op dan antwoorden. Van Asperen wijst op de uiterlijke vormen waarmee ons 'trippende ego' zijn behoefte aan acceptatie en waardering door anderen probeert te bevredigen; uiterlijke vormen die in tegenstelling staan tot ons 'ware ik'. Bij mij riep dit steeds de vraag op in hoeverre er een puur en authentiek 'ik' is of kan zijn, helemaal onbeïnvloed door anderen om ons heen. De rollen die we spelen, zijn volgens Van Asperen ook niet ons ware zelf, en ook daar had ik mijn vraagtekens bij. Ik voel mij wel degelijk 'moeder', 'uitgever', 'vrouw van', 'vriendin'. Het zijn allemaal essentiële delen van wie ik ben.

Wat verder in het boek gingen mijn hakken echt in het zand. Doordat het boek de boodschap er vrij fors inhamert (om de haverklap wordt me ingeprent dat mijn 'trippende ego' hier weer bezig is) raakte ik af en toe wat geïrriteerd en op zijn zachtst gezegd, niet-ontvankelijk voor de boodschap.

Maar: deze laatste zin is een oordeel. En, zegt Van Asperen, door te zeggen 'doordat het boek er zo op hamert, word ik geïrriteerd' neem ik hier de lineaire route van het trippende ego. In plaats daarvan kan ik ook kiezen voor de hoge route: 'doordat ik vind dat het boek doorhamert, raak ik geïrriteerd'. Op deze hoge route neem je al wat meer verantwoordelijkheid voor je eigen gevoelens. Want wat ik 'doorhameren' vind, kan voor iemand anders 'creatief', 'uitdagend', 'humoristisch' of 'prikkelend' zijn. Maar pas op de lage route kom je tot de kern: 'door mijn eigen onvervulde behoefte aan [...]*, voel ik mij nu geïrriteerd.'

In het werkboek raakt Van Asperen meer aan de antwoorden op de vragen die ik mezelf steeds stelde bij de eerste hoofdstukken van het hoofdboek. Om in contact te komen met je echte ik, is het essentieel om jezelf steeds te vragen: 'welke behoefte leeft er nu, op dit moment, in mij', zegt hij. Cruciaal daarbij is om 'diep genoeg' te gaan. 'Ik wil de lotto winnen' is geen behoefte, maar een vorm om een onderliggende behoefte te vervullen, bijvoorbeeld: 'ik heb behoefte aan vrijheid'. Oordelen hoeven niet goed of slecht te zijn: ze kunnen je helpen om te voelen wat je diepere behoefte is.

Ook (het spelen van) een rol is op zich geen probleem - zolang de rol maar aansluit bij de behoefte die nu in je leeft. Te vaak, zegt Van Asperen, blijven we hangen in een rol die in het verleden een behoefte voor ons vervulde, maar nu niet meer. Wij veranderen, onze behoeften veranderen. Door in contact te blijven met de behoeften die je nu voelt, kun je authentiekere keuzes maken.

Het werkboek bracht mij de meeste inzichten, door de meer praktische uitwerking en de concrete handvatten, terwijl ik bij het hoofdboek meer de neiging had in discussie te gaan of 'speak for yourself, mister' te denken. Daardoor heeft Van Asperen mij toch wel flink aan het denken gezet over thema's die me boeien: ambitie en authenticiteit.

* Als proef op de som probeer ik nu de onderliggende behoefte nog in te vullen die ik hierboven open liet bij de 'lage route' waarom ik mij geïrriteerd voelde bij het lezen van het boek. Dat wordt dan, als ik goed nadenk: "Door mijn eigen behoefte om aardig gevonden te worden, voel ik mij geïrriteerd en gekwetst als een boek mij vertelt dat ik een trippend ego heb." En nu ik dáár weer over doordenk is dat eigenlijk: "Hoe durf jij te zeggen dat ik een trippend ego heb? Ik ben juist heel aardig!"
Oeps... dus toch??

Update 1 mei 2012: via Twitter reageerde schrijver Rick van Asperen op mijn blog. En hij was graag bereid de vragen die zijn boek bij mij had opgeroepen te beantwoorden, wat ik heel erg leuk vond. De Q's en A's lees je hier."

Lees meer over Egostrippen bij Managementboek.nl

of hier bij Bol.com