donderdag 18 augustus 2011

Laten we kappen met elkaar 'queen bee' noemen


In artikelen en discussies over diversiteit en de doorstroming van vrouwen kom ik af en toe ook de term queen bee tegen. De queen bee staat dan voor een vrouw die op eigen kracht naar de top is gekomen en eenmaal daar aanbeland, andere vrouwen niet helpt (of sterker nog, tegenwerkt) om er ook te komen. Ze zou namelijk vinden dat zij het ook allemaal alleen heeft gedaan, dat anderen dus ook geen kruiwagentje hoeven te hebben, en bovendien dat het heel fijn is om de enige vrouw in een groep mannen te zijn. Als queen bee wordt ze ook wel eens genoemd als een van de oorzaken waardoor andere vrouwen niet op kunnen klimmen.

Toen ik gisteravond weer zo'n artikel zag, schoot die benaming mij ineens in het verkeerde keelgat. Ik kon er niet precies de vinger op leggen, en heb wat lopen broeden over de redenen waarom het me dwars zit. Hier is het lijstje waar ik tot nu toe op kwam:

- Er is geen vergelijkbare benaming voor onbehulpzame topmannen. Blijkbaar moet een topvrouw empathischer en behulpzamer zijn dan de topmannen, anders plakken we dit label op haar;

- Voor (top)vrouwen is het sowieso balanceren op een dun lijntje. Vrouwelijke managers doen het namelijk niet gauw goed: als we ze 'aardig' en ‘vrouwelijk’ vinden, zien we ze als minder competent; en als we ze als 'competent' zien, vinden we ze minder aardig en minder vrouwelijk. (Blijkt keer op keer uit onderzoek). Best kans dat de vrouw in kwestie niet per se 'onaardiger' is dan haar mannelijke collega's, maar we accepteren het van haar gewoon minder.

- Met 'queen bee' zetten we een vrouw weg als een karikatuur, in plaats van haar te beschouwen als een individu met eigen capaciteiten en drijfveren (waar het bij diversiteit toch om draait); een karikatuur die bovendien als een boemerang terugslaat op ons allemaal ("zie je wel, zo zijn vrouwen onder elkaar"). We halen niet alleen haar maar ook onszelf omlaag als we een andere vrouw een queen bee noemen.

Beoordeel topvrouwen (net als topmannen) op hun prestaties, op hun capaciteiten, op hun leiderschap, op hun communication skills, en laten we de karikaturen uit ons woordenboek schrappen.



woensdag 17 augustus 2011

Moeders die elkaar inspireren en aanmoedigen

Jolanda Holwerda's Vanuit je hart naar succes is één groot hart onder de riem voor alle moeders (en gelukkig steeds meer vaders) die willen genieten van hun gezin én van hun werk. En als we elkaar steunen, elkaar inspireren en aanmoedigen, kunnen we de wereld veranderen, zegt Jolanda.

Met haar boek springt ze als 'Bridget Jones met een missie' op de bres voor alle moeders die ambities hebben in werk én privé-leven. Hieronder een fragment uit het boek, waarin Jolanda vertelt over het idee voor LOF magazine, dat ze later van de grond af aan zou opbouwen tot een multimediaal platform voor werkende ouders:
"Ik mis een klankbord en een spreekbuis voor werkende moeders die niet langer in een omgeving willen zitten waar de combinatie van werk en zorg niet bespreekbaar is. Waarom moet je vooral niet over je gezin en kinderen praten als je carrière wilt maken? Waarom kun je niet én moeder én werknemer zijn? Ik heb behoefte om positieve verhalen te delen met andere vrouwen. [... ] Ik wil een blad dat vrouwen zoals ik inspiratie, herkenning en erkenning biedt, en dat ons laat zien dat we niet alleen staan.

Maar ik wil ook laten zien dat kinderen onze toekomst zijn en dat we als maatschappij een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid hebben om ze op te voeden en op een positieve manier in de wereld te zetten. Het idee komt van binnenuit, recht uit mijn hart en is ontzettend sterk. Ik kan dat gevoel alleen maar volgen. Lof – in de embryofase- is geboren."
En een prachtige quote van Faiza Dadi, operationeel directeur van de Baak, een van de geïnterviewden:
“Een rolmodel is voor mij iemand die heldere keuzes maakt en zich daarover openlijk durft uit te spreken. Iemand die niet het bekende schimmenspel speelt door werk minder belangrijk te maken uit angst een slechte moeder gevonden te worden. En tegelijkertijd op de zaak haar kinderen ontkent, omdat ze denkt dat ze anders niet meetelt. Vrijuit spreken geeft juist energie om er dubbel zo hard voor te kunnen gaan.

Voor wie meer wil lezen, hier meer informatie over Vanuit je hart naar succes bij Managementboek

vrijdag 12 augustus 2011

Is dit boek een cd, een bioscoopfilm of een stoffer-en-blik?

Ook bij Uitgeverij Réunion stoeien we met de vraag hoe de toekomst van het papieren boek versus (of in combinatie met) het ebook eruit zal zien. Duidelijk is dat het (marktaandeel van het) ebook alleen maar in belang zal toenemen en ook wij gaan daarin mee. Réunion gaat meer titels ook als ebook uitgeven, en bovendien binnenkort zelfs titels alleen maar als ebook.

Voor iedereen is het een beetje koffiedik kijken over de mate waarin en hoe snel de verschuiving zal plaatsvinden, en dat geldt zeker ook voor ons als kleine uitgeverij. Volgens sommigen is de 'dode-bomenindustrie' tot spoedig uitsterven gedoemd, volgens anderen is het papieren boek een onwankelbaar baken van cultuur dat nooit zal verdwijnen.

Ik geloof zelf in elk geval in een heel sterke verschuiving naar ebooks, maar ik geloof ook dat het papieren boek zijn mogelijkheden en kansen behoudt.
Bij elke uitgeefbeslissing moet ik me ook voor de keuze ebook/papier gaan afvragen waar de titel bij aansluit. Wie zijn de beoogde lezers/kopers, wat zullen hun redenen zijn om het boek te kopen, hoe willen ze het lezen en hoeveel hebben zij er - hopelijk - voor over? (En natuurlijk: wat is mijn eigen budget en investeringsruimte.)

Het boek als cd-tje
De vergelijking met de muziekindustrie wordt veel gemaakt: in een korte tijd is de hele industrie op zijn kop gegaan; downloaden trok het tapijt weg onder de cd-verkoop van de platenmaatschappijen. Die zochten heel lang het antwoord in het fel bestrijden van de downloads, en tevergeefs. Het nieuwe model is: snel, eenvoudig downloaden voor een lage prijs.
Het idee is dat de boekenbranche deze zelfde gang te wachten staat en dat een slimme uitgever vooral mikt op makkelijk verkrijgbare, laaggeprijsde ebooks.
Ik denk dat de vergelijking opgaat voor boeken die lezers willen hebben voor de pure inhoud, de content (en dat zijn er dus heel veel): managementboeken, wetenschappelijke titels, maar ook heel veel bestsellers en romans zullen ebooks (moeten) worden. Direct, makkelijk en goedkoop beschikbaar en meteen te lezen.

Het boek als bioscoopfilm
Met de opkomst van de televisie (en later internet en het downloaden van films) voorspelden velen dat de bioscoopfilm nu ten dode was opgeschreven. Waarom zou je nog de deur uitgaan als je thuis ook alles kunt zien? Toch ga ik graag naar films die geven wat thuis kijken niet kan bieden, zoals de extra's van het reusachtige scherm en/of 3D-beleving.
Daarnaast richten ook de bioscopen zich steeds meer op hun onderscheidende vermogen: de zalen worden luxueuzer, de stoelen beter, je kunt vanuit je stoel hapjes en drankjes bestellen - kortom het avondje-uit-gevoel.
Papieren boeken die zich specifiek richten op de meerwaarde van print (fraaie vormgeving, mooie materialen, fotografie, art work) zullen voorlopig volgens mij zeker voldoende liefhebbers (kunnen) vinden en binden. Reisboeken (kaarten en fotografie); dichtbundels (gebonden, mooi papier, leeslintje); inspiratie-, mode- en kunstboeken... makkelijk te zien waar daar de voordelen van papier liggen. En ja, dat kan ook bij managementboeken en romans.
Op deze papieren boeken zal natuurlijk wel een pittiger prijsstickertje zitten.

Het boek als stoffer-en-blik
Stofzuigers zijn technologisch superieur, maar er zijn situaties waarin het oude stoffer-en-blik wint. Elke kampeerder heeft een stoffertje mee, maar slechts weinigen een stofzuiger. (Hoewel ik er geen eed meer op durf te doen sinds ik deze zomer een breedbeeld-tv in een tweepersoonstentje zag).
iPads, ereaders en de daarop te downloaden ebooks mogen hun onmiskenbare en grote voordelen hebben; het papieren boek kan daar één sterk punt tegenover zetten. Het is technologisch vrijwel onkwetsbaar.
Een papieren boek kan ik onder in mijn strandtas proppen, in het zand laten vallen, er zonnebrandcreme, koffie en zeewater op knoeien, en het doet het nog steeds. Ik durf het ook te laten liggen (in het zand) terwijl ik een duik in het water neem; weinig kapers op de kust die het daarop voorzien hebben. Volgens mij is dit een behoefte waarin het papieren boek ook nog wel een tijd zal voorzien.
De vergelijking gaat natuurlijk op een punt mank: stofzuigers zijn ook veel duurder dan stoffers-en-blikken, terwijl ebooks altijd goedkoper zijn dan de papieren editie (de aanschaf van de reader niet meegerekend).
Zulke 'meeneem'boeken moeten laaggeprijsd, maar niet per se kwalitatief hoogstaand zijn (ik neem wel pockets, maar geen dure kunstboeken mee naar het strand/de camping/de metro).

Natuurlijk zijn alle combinaties mogelijk: een ebook en een goedkope pocket; een luxe-editie in papier en een ebook met de enkele content.






























donderdag 11 augustus 2011

"Door en door verwend" - Theodore Dalrymple

Theodore Dalrymples Door en door verwend: kritiek op de sentimentele samenleving is met regelmaat van dik hout zaagt men planken, maar het leest als een trein en geeft veel stof tot nadenken.

Dalrymple, een Britse arts die in gevangenissen en arme wijken werkte, maakt van zijn hart geen moordkuil. In zes pittige hoofdstukken en een conclusie veegt hij de vloer aan met onder meer het huidige (Engelse) onderwijsbeleid, politici (van links tot rechts), moderne (te toegeeflijke) ouders en hun manier van opvoeden, onze slachtoffercultus, en de ongebreidelde roep om publieke emotie, om er maar een paar te noemen.

Temidden van al die onderwerpen richt hij zijn pijlen op wat hij ziet als de onderliggende, gemeenschappelijke oorzaak: allesoverheersende sentimentaliteit. Wij nemen geen beslissingen meer op basis van wat (op lange termijn) goed is voor onszelf en de samenleving, zegt hij, maar op basis van wat ons een goed gevoel geeft over onszelf. Een cruciaal verschil.
Het huidige onderwijsbeleid in de UK, geeft Dalrymple als voorbeeld, is niet gemaakt met een realistisch oog voor wat uiteindelijk goed is voor kinderen (en dus ook voor de samenleving), maar vanuit romantische ideeën en aannames die ons vooral een warm en fijn gevoel over onszelf geven. Dalrymple geeft schokkende voorbeelden van de ongeletterdheid en ongecijferdheid die er voor veel schoolverlaters het gevolg van is.

Dalrymple stelde bijvoorbeeld vast dat, in het arme gebied waar hij werkte
"de meeste van mijn patiënten die er recentelijk elf jaar verplicht onderwijs, of althans verplichte aanwezigheid op school, op hadden zitten, een simpele tekst niet zonder moeite konden lezen. Ze struikelden over langere woorden en waren vaak volstrekt niet in staat om woorden van drie lettergrepen te ontcijferen [...]"

En wanneer hij hierop de aandacht probeert te vestigen bij beleidsmakers, vindt hij de volgende weerklank:
"Het illustreert de als gevolg van sentimentaliteit ontstane intellectuele deformatie dat ik, toen ik mijn ervaringen deelde met bourgeoisintellectuelen, bij hen de indruk wekte dat ik mijn patiënten bekritiseerde of bespotte, terwijl ik, met een woede die ik enkel met de grootst mogelijke moeite onder controle wist te houden, hun aandacht probeerde te vestigen op het gruwelijke onrecht dat deze kinderen was aangedaan door een onderwijssysteem dat nog niet eens kon bogen op het voordeel (of het excuus) dat het goedkoop was."

Het is deze oprechte woede die het boek zo leesbaar houdt: het stijgt daardoor ver uit boven een vroegah-was-alles-beter-tirade, en wil echt aanzetten tot een scherpe reflectie op de manier waarop we leven en keuzes maken. Een simpel wegzetten als conservatief of rechts is in mijn ogen ook onzin; sentimentaliteit kent niet zulke scheidslijnen. Regelmatig werd ik geconfronteerd met mijn eigen blinde vlekken, bijvoorbeeld waar Dalrymple betoogt dat slachtofferverklaringen (over het goede karakter of de onschuld van het slachtoffer) niet thuis horen in de rechtszaal: de misdaad wordt niet minder verwerpelijk als het slachtoffer toevallig een minder goed mens is.

Voor wie er meer over wil lezen, hier de link naar

Door en door verwend, bij Managementboek

of bij Bol:






vrijdag 5 augustus 2011

Honderd jaar oorlog, en wat als...

In een kleine Engelse boekhandel naast de poort van het chateau de Josselin kocht ik deze zomer A Brief History of The Hundred Years War van Desmond Seward, een grondig chronologisch verslag van een eeuw Engelse invallen en veldslagen in Frankrijk.
In februari 1328 lag Charles IV, de kinderloze koning van Frankrijk, op zijn sterfbed. Als zijn rechtmatige erfgenaam noemde hij zijn nog ongeboren kind - als het tenminste een jongen zou zijn. Voor het geval het een dochter zou worden, wees hij zijn neef Philip van Valois als nieuwe koning aan.

De koningin, inmiddels weduwe, beviel op 1 april van een meisje, en zo werd Philip koning. Helaas vond de Engelse koning Edward III dat híj eigenlijk koning van Frankrijk zou moeten zijn, omdat zijn moeder een zus was van Charles IV. (Philip daarentegen was een zoon van de oom van Charles). Et voila, de kiem voor de honderdjarige oorlog was gelegd. Voor Frankrijk volgde een eeuw vol ellende.

Een boek vol ruziënde koningen, intrigesvoerende hertogen, invallen en veldslagen; heel boeiend om te lezen op omzwervingen door Normandië, Bretagne en de Loirevallei, waar zo ongeveer op elke straathoek de historie zichtbaar is in kastelen, forten en stadsmuren.

Maar ook een heel somber verhaal: een mensenleven - vooral als dat leven niet van adel was - leek nul en generlei waarde te hebben. Hele landstreken werden geplunderd en platgebrand, de bevolking verjaagd en gedood, zodat de winnaar een vette buit behaalde en de tegenpartij er geen belastingen meer kon heffen (en dus zwakker werd).

Adel kon de oorlog makkelijk wat luchtiger benaderen dan de boer en de burger: kwam een ridder in een veldslag in het nauw, dan gaf hij zich over, werd met alle egards behandeld, en kon voor een (weliswaar forse) losprijs weer naar huis en haard terugkeren. Gewone soldaten, not so lucky, om van de bevolking maar helemaal te zwijgen.

Daarnaast werd ik getroffen door de enorme rol van het pure toeval in de loop van de geschiedenis. (Deze observatie werd ongetwijfeld aangemoedigd door het feit dat ik toevallig tegelijkertijd het geweldige De Zwarte Zwaan van Nassim Nicholas Taleb las.)
Een baby is een meisje, en een eeuw oorlog begint. Een invasievloot naar Engeland ligt klaar, maar een Franse hertog wordt ziek, de invasie wordt uitgesteld; als hij beter is, is het najaarsweer te slecht voor een oversteek en de invasie vindt nooit plaats. Een hertogin sterft jong en het bondgenootschap tussen haar man en haar broer valt uiteen.

Wat als deze ene baby een jongetje was geweest (of, natuurlijk, wat als een meisje had mogen erven)? Wat als een hertog een paar weken later ziek was geworden, of besloten had dat de rest het zonder hem ook wel afkon? Wat als deze ene vrouw een paar jaar ouder was geworden?
En zittend in het gras voor onze tent aan de voet van chateau Chinon, genietend van zomer, reizen en een glas rosé, kwamen er natuurlijk meer vragen bij me op; het is niet mijn verdienste dat ik als 20e-eeuwse Nederlandse ben geboren.
Wat als ik een 14e-eeuwse Normandische plattelandsvrouw was geweest?
En hoeveel toeval staat ons in onze eigen eeuw nog te wachten?