vrijdag 5 augustus 2011

Honderd jaar oorlog, en wat als...

In een kleine Engelse boekhandel naast de poort van het chateau de Josselin kocht ik deze zomer A Brief History of The Hundred Years War van Desmond Seward, een grondig chronologisch verslag van een eeuw Engelse invallen en veldslagen in Frankrijk.
In februari 1328 lag Charles IV, de kinderloze koning van Frankrijk, op zijn sterfbed. Als zijn rechtmatige erfgenaam noemde hij zijn nog ongeboren kind - als het tenminste een jongen zou zijn. Voor het geval het een dochter zou worden, wees hij zijn neef Philip van Valois als nieuwe koning aan.

De koningin, inmiddels weduwe, beviel op 1 april van een meisje, en zo werd Philip koning. Helaas vond de Engelse koning Edward III dat híj eigenlijk koning van Frankrijk zou moeten zijn, omdat zijn moeder een zus was van Charles IV. (Philip daarentegen was een zoon van de oom van Charles). Et voila, de kiem voor de honderdjarige oorlog was gelegd. Voor Frankrijk volgde een eeuw vol ellende.

Een boek vol ruziënde koningen, intrigesvoerende hertogen, invallen en veldslagen; heel boeiend om te lezen op omzwervingen door Normandië, Bretagne en de Loirevallei, waar zo ongeveer op elke straathoek de historie zichtbaar is in kastelen, forten en stadsmuren.

Maar ook een heel somber verhaal: een mensenleven - vooral als dat leven niet van adel was - leek nul en generlei waarde te hebben. Hele landstreken werden geplunderd en platgebrand, de bevolking verjaagd en gedood, zodat de winnaar een vette buit behaalde en de tegenpartij er geen belastingen meer kon heffen (en dus zwakker werd).

Adel kon de oorlog makkelijk wat luchtiger benaderen dan de boer en de burger: kwam een ridder in een veldslag in het nauw, dan gaf hij zich over, werd met alle egards behandeld, en kon voor een (weliswaar forse) losprijs weer naar huis en haard terugkeren. Gewone soldaten, not so lucky, om van de bevolking maar helemaal te zwijgen.

Daarnaast werd ik getroffen door de enorme rol van het pure toeval in de loop van de geschiedenis. (Deze observatie werd ongetwijfeld aangemoedigd door het feit dat ik toevallig tegelijkertijd het geweldige De Zwarte Zwaan van Nassim Nicholas Taleb las.)
Een baby is een meisje, en een eeuw oorlog begint. Een invasievloot naar Engeland ligt klaar, maar een Franse hertog wordt ziek, de invasie wordt uitgesteld; als hij beter is, is het najaarsweer te slecht voor een oversteek en de invasie vindt nooit plaats. Een hertogin sterft jong en het bondgenootschap tussen haar man en haar broer valt uiteen.

Wat als deze ene baby een jongetje was geweest (of, natuurlijk, wat als een meisje had mogen erven)? Wat als een hertog een paar weken later ziek was geworden, of besloten had dat de rest het zonder hem ook wel afkon? Wat als deze ene vrouw een paar jaar ouder was geworden?
En zittend in het gras voor onze tent aan de voet van chateau Chinon, genietend van zomer, reizen en een glas rosé, kwamen er natuurlijk meer vragen bij me op; het is niet mijn verdienste dat ik als 20e-eeuwse Nederlandse ben geboren.
Wat als ik een 14e-eeuwse Normandische plattelandsvrouw was geweest?
En hoeveel toeval staat ons in onze eigen eeuw nog te wachten?

Geen opmerkingen: