donderdag 11 augustus 2011

"Door en door verwend" - Theodore Dalrymple

Theodore Dalrymples Door en door verwend: kritiek op de sentimentele samenleving is met regelmaat van dik hout zaagt men planken, maar het leest als een trein en geeft veel stof tot nadenken.

Dalrymple, een Britse arts die in gevangenissen en arme wijken werkte, maakt van zijn hart geen moordkuil. In zes pittige hoofdstukken en een conclusie veegt hij de vloer aan met onder meer het huidige (Engelse) onderwijsbeleid, politici (van links tot rechts), moderne (te toegeeflijke) ouders en hun manier van opvoeden, onze slachtoffercultus, en de ongebreidelde roep om publieke emotie, om er maar een paar te noemen.

Temidden van al die onderwerpen richt hij zijn pijlen op wat hij ziet als de onderliggende, gemeenschappelijke oorzaak: allesoverheersende sentimentaliteit. Wij nemen geen beslissingen meer op basis van wat (op lange termijn) goed is voor onszelf en de samenleving, zegt hij, maar op basis van wat ons een goed gevoel geeft over onszelf. Een cruciaal verschil.
Het huidige onderwijsbeleid in de UK, geeft Dalrymple als voorbeeld, is niet gemaakt met een realistisch oog voor wat uiteindelijk goed is voor kinderen (en dus ook voor de samenleving), maar vanuit romantische ideeën en aannames die ons vooral een warm en fijn gevoel over onszelf geven. Dalrymple geeft schokkende voorbeelden van de ongeletterdheid en ongecijferdheid die er voor veel schoolverlaters het gevolg van is.

Dalrymple stelde bijvoorbeeld vast dat, in het arme gebied waar hij werkte
"de meeste van mijn patiënten die er recentelijk elf jaar verplicht onderwijs, of althans verplichte aanwezigheid op school, op hadden zitten, een simpele tekst niet zonder moeite konden lezen. Ze struikelden over langere woorden en waren vaak volstrekt niet in staat om woorden van drie lettergrepen te ontcijferen [...]"

En wanneer hij hierop de aandacht probeert te vestigen bij beleidsmakers, vindt hij de volgende weerklank:
"Het illustreert de als gevolg van sentimentaliteit ontstane intellectuele deformatie dat ik, toen ik mijn ervaringen deelde met bourgeoisintellectuelen, bij hen de indruk wekte dat ik mijn patiënten bekritiseerde of bespotte, terwijl ik, met een woede die ik enkel met de grootst mogelijke moeite onder controle wist te houden, hun aandacht probeerde te vestigen op het gruwelijke onrecht dat deze kinderen was aangedaan door een onderwijssysteem dat nog niet eens kon bogen op het voordeel (of het excuus) dat het goedkoop was."

Het is deze oprechte woede die het boek zo leesbaar houdt: het stijgt daardoor ver uit boven een vroegah-was-alles-beter-tirade, en wil echt aanzetten tot een scherpe reflectie op de manier waarop we leven en keuzes maken. Een simpel wegzetten als conservatief of rechts is in mijn ogen ook onzin; sentimentaliteit kent niet zulke scheidslijnen. Regelmatig werd ik geconfronteerd met mijn eigen blinde vlekken, bijvoorbeeld waar Dalrymple betoogt dat slachtofferverklaringen (over het goede karakter of de onschuld van het slachtoffer) niet thuis horen in de rechtszaal: de misdaad wordt niet minder verwerpelijk als het slachtoffer toevallig een minder goed mens is.

Voor wie er meer over wil lezen, hier de link naar

Door en door verwend, bij Managementboek

of bij Bol:






Geen opmerkingen: