dinsdag 17 juni 2008

Schooltijdbanen ja, meer regels - nou nee

Mariëtte Hamer (PvdA) en Arie Slob (ChristenUnie) willen schooltijdbanen mogelijk maken door een wijziging van de Wet aanpassing arbeidsduur. Ouders moeten het recht krijgen om twee dagen per week om drie uur te stoppen met werken, zodat ze op tijd hun kinderen van school kunnen halen. Ook het CDA is positief over het idee.

Alexander Pechtold (D’66) liet in het tv programma Buitenhof weten er geen heil in te zien. Kinderopvang en schooltijden moeten zich, zegt hij, juist aanpassen aan de werktijden van de ouders.

Als moeder van twee schoolgaande kinderen en als eigenaar van mijn eigen bedrijf sta ik elke dag om kwart over drie op het plein. Ik vind dat dat ons veel goeds brengt en ik ben er een groot voorstander van dat alle ouders die dat willen, dat ook zouden kúnnen. Maar waarom krijg ik dan zo’n paarse krokodillengevoel bij het voorstel? Waarom gaan mijn nekharen kriebelen van deze nieuwe regelzucht?

Om te beginnen heeft het overgrote deel van de werknemers zoiets als, eh, reistijd. Om drie uur stoppen en om kwart over drie op het plein staan, is voor vrijwel niemand mogelijk. Mag je dus eerder gaan stoppen naarmate je verder weg woont?

Ook zijn er veel functies waar om 3 uur stoppen niet zo maar mogelijk is (van de zorgsector tot aan veel commerciële functies). Weer uitzonderingen dus? Of maken we dan vage wetsteksten als ‘mits het werk het toelaat’, waarmee de wet zijn tanden onmiddellijk weer verliest?

En dan, je zult maar een kleine werkgever zijn. Naast moeder ben ik ook ondernemer, zij het nog zonder werknemers - en op dit soort momenten denk ik hartgrondig “gelukkig maar”. Want dan kan zo’n wet een fikse aanslag doen op je onderneming, als je enige werknemer eenzijdig zijn rechten opeist.

Ben ik het dan eens met Pechtold? Dat ook niet. Ja, goede, betaalbare en flexibele kinderopvang is wenselijk én broodnodig voor veel ouders.
Maar Pechtolds voorstel is óók dwingend – het doet geen recht aan de wens van veel andere ouders om na school bij hun kinderen te zijn. Pechtold vindt dat we toe moeten naar een ‘nieuw soort arbeidsmarkt’- en blijkbaar dan ook naar een nieuw soort gezinsleven.

Wat vind ik dan wel?

Laten we uitgaan van wat ouders willen, en niet van wat ze zouden moeten. En laten we ook uitgaan van wat werkgevers nodig hebben (goed, gemotiveerd personeel tegen betaalbare salarissen), en niet van wat zíj zouden moeten.

Ik ben er 100% van overtuigd dat werknemers en werkgevers elkaar zelf kunnen, en steeds meer zullen gaan, vinden op dit gebied. Zonder ingewikkelde extra regels van de overheid.

Heel veel moeders die ik ken (en steeds meer vaders) rekenen flexibele werktijden tot de allerbelangrijkste arbeidsvoorwaarden. Dat betekent dat veel ouders bereid zijn een stap terug te doen in salaris en soms zelfs in functieniveau, als de werkgever daartegenover stelt dat ze binnen schooltijden kunnen werken (én makkelijk vrij kunnen nemen als hun kind ziek is, zou ik daaraan toe willen voegen).

Slimme en commercieel denkende werkgevers zullen steeds meer inzien hóeveel voordeel zij kunnen behalen door schooltijdbanen aan te bieden – niet omdat de zoveelste overheidsmaatregel dat voorschrijft, maar omdat het aansluit bij hun eigen voordeel.

Tot slot een tip voor de politici die voor schooltijdbanen zijn: ondernemer Vivienne Westerhoud zet zich al jaren met passie en overtuiging in voor banen onder schooltijd met haar vacaturebank www.9tot3.nl.

Geen opmerkingen: