vrijdag 21 januari 2011

Een meesterspreker word je zó (recensie)


Meestersprekers van Farah Nobbe en Natalie Holwerda is een heel erg leuk én goed boek, zelfs voor mensen die zich rotsvast hebben voorgenomen om never nooit meer voor een groep mensen te gaan staan (zoals ik).

Verwaarloosd terrein in Nederland
Meteen in hoofdstuk 1 kom ik mezelf al tegen, in een quote van Manfred Kets de Vries. Engelsen hebben een lange traditie, zegt hij, en Amerikanen hebben allemaal geleerd om te debatteren. Maar dan wij: "Nederlandse sprekers zijn werkelijk tragisch". Dat is geen verrassing - ik zeg twee woorden: Obama en Balkenende - maar wat wel een echte eyeopener voor me is, is het verschil in onderwijs tussen ons en andere landen. Amerikaanse debatingclubs kende ik wel, maar ik wist bijvoorbeeld niet dat Engelse schoolkinderen hele presentatieweken hebben. Vijf keer per dag presenteren van een A4-tje, bam. Kom daar hier eens om, met onze één spreekbeurt per jaar. Engelsen, Fransen, Italianen, Amerikanen, ze worden vanaf de lagere school tot en met de universiteit doorkneed in retorica en spreken in het openbaar. Ik overweeg serieus een actiegroepje op te richten.

Een gemis voor jezelf
Nederlanders zijn meer van de 'je moet wel jezelf blijven'-school. Dat mag dan positief zijn, het heeft onmiskenbare nadelen. Zoals een cliënt van de auteurs eens openhartig tegen ze zei: "Ik dacht, ik bereid het niet voor, het moet een beetje spontaan blijven. Nou, eigenlijk stond ik regelrecht voor lul." (En intussen trek ik de passende schoen aan, ik herinner me mijn laatste twee optredens - eh, maar liever helemaal niet meer). Bij meestersprekers lijkt alles wel uit de mouw geschud te worden, zeggen Holwerda en Nobbe, maar net als bij topsporters en steracteurs geldt dat hoe makkelijker het eruitziet, hoe meer werk erin zit.
Waarom is goed spreken zo belangrijk? Nou, hierom: "Spreken levert zichtbaarheid en profilering op. Het is een uitgelezen kans om ideeën te delen met grote groepen mensen. Spreken is een fantastisch middel om écht invloed uit te oefenen."

Hoe kan het dan wel?
Het goede nieuws is: je kunt het leren, al kost het inspanning, en is het oefenen, oefenen, oefenen. Holwerda en Nobbe nemen je stapsgewijs mee door het hele proces van bedenken, voorbereiden en presenteren, en ze gaan in op charisma en invloed. Ze delen hun eigen kennis en die van anderen, van de oude Grieken tot een scala van moderne meestersprekers (ja, ook veel Nederlanders, de 'bloemen in de woestijn').
Het boek is heel erg goed geschreven, en geeft een batterij aan tips over inhoud en vorm die ook voor een 'I'm a writer not a speaker' type als ik handig zijn. Het is doorspekt met levendige citaten van goede sprekers (ik heb regelmatig hardop gelachen), en sluit af met observaties van een aantal toppers op het vakgebied: wat doen ze, hoe staan ze, hoe bewegen ze? Een echte aanrader.

Voor wie er meer over wil lezen, de link naar Bol (alwaar ook inkijkexemplaar):

Geen opmerkingen: