dinsdag 26 maart 2013

Wie zíjn al die mensen? Over proeflezers, redacteuren en correctoren

Bij het schrijfproces zelf kunnen er drie mensen met je meewerken: redacteuren, correctoren en proeflezers. Wie zijn al die mensen, wat doen ze en heb je ze nou echt allemaal nodig als je in eigen beheer uitgeeft?

Correctoren
De corrector komt helemaal aan het einde van het schrijfproces in actie en vlooit dan je hele boek nog eens na op spelfouten, grammaticale hiks, typo's en andere onrechtmatigheidjes. Doe dit vooral niet zelf, ook niet als je gepromoveerd neerlandicus bent. Zelfs de beste schrijver raakt een beetje bedrijfsblind voor zijn eigen tekst en de kapper knipt ook niet zijn eigen haren. Doe je lezers plezier met een smetteloos boek; zorg voor een goede correctieronde. (Correctoren controleren overigens geen feiten: daar moet je fact checkers of andere inhoudelijk adviseurs voor hebben.)

Redacteuren
Een corrector haalt de fouten uit je boek, een (goede) redacteur maakt je boek beter. Een redacteur kan vanaf het allereerste begin met je meedenken. Over de invalshoek, de structuur, de stijl, welke aspecten van je onderwerp je wel en niet behandelt, voor welke lezers je wel schrijft en voor wie niet. Later leest hij mee met de volgende rondes van je manuscript en hij kan je dan goede feedback geven in alle fases. Zo krijg je steeds tips en adviezen om je verhaal op de beste manier voor het voetlicht te brengen en de lezer echt te pakken.
Bij veel (grotere) uitgevers zijn deze functies gescheiden: in het eerste stadium denkt de uitgever of de fondsredacteur met je mee over de grote lijnen; in een latere fase is je tekst in de zorgzame handen van een professionele bureauredacteur.

Proeflezers
The proof of the pudding. Proeflezers zijn een paar vertrouwde mensen uit je omgeving die jouw boek gaan lezen zoals straks de 'echte' lezers dat ook doen. Onbevangen, vanuit interesse voor jouw onderwerp. (Vraag daarom bij voorkeur ook mensen die jouw boek ook zouden kopen als ze jou niet kenden. Laat dus je thriller lezen aan een paar vriendinnen die dol zijn op spannende boeken; geef je salesboek aan een verkoper en je boek met sollicitatietips aan een werkzoekende.)

Proeflezers kunnen je waardevolle feedback geven over de manier waarop een lezer je boek ervaart. Maar er zijn een paar valkuilen:
1. Proeflezers staan vaak bij voorbaat al anders, en vaak positiever, tegenover je boek - omdat ze je kennen. (Dit effect kun je makkelijk zelf testen en voelen. De eerstvolgende keer dat je een behoorlijk slecht nummer hoort op de radio, doe dan eens net of het een vriend is die je daar hoort zingen op 3FM. Serieus, probeer het. Merk je hoe je oordeel verandert?) Ook al vraag je ze om heus, echt, supereerlijk te zijn, dit effect krijg je niet gauw weg.
2. Als ze je boek dan toch niet op álle punten denderend vinden, willen ze je dat liever niet ronduit zeggen. Ze vinden je namelijk te aardig om te kwetsen (omdat ze bijvoorbeeld je moeder zijn). En ook als ze je minder aardig zouden vinden, dan zullen ze er toch nog belang aan hechten de relatie goed te houden (denk: collega's, zakenrelaties).

Handig is daarom om je proeflezers niet te vragen: 'Nou, wat vond je ervan?', maar om ze vooraf, bij je manuscript, een kort lijstje met gerichte vragen te geven. Bijvoorbeeld: Wil je een plusje zetten bij de alinea's die je heel goed vond? Wil je een minnetje zetten bij drie stukken waar je wat meer moeite had je aandacht erbij te houden? Waarover had je graag wat meer willen lezen? Wat vond je te veel?

Maar helaas stuit je nog steeds op valkuil drie:
3. Als proeflezers heldere kritiek geven, leer je wel wat ze vinden, maar niet hoe je dat oplost. Waarom is een hoofdstuk saai? Hoe verander je je stijl als je lezers die 'een beetje formeel' vinden? Hoe doseer je je informatie beter, als je lezers je 'hier niet zo duidelijk' vonden? Gasten in een restaurant kunnen je wel vertellen dat het vlees taai is, maar alleen een ervaren kok kan je vertellen hoeveel minuten je het op welke temperatuur in welke olie had moeten bakken. (Of is het braden? I rest my case.)

Gebruik de kracht van alle drie
Goede proeflezers geven waardevolle feedback, en een vlekkeloze correctie is de finishing touch. Maar een goede redacteur kan je laten zien hoe je jouw verhaal beter, pakkender, overtuigender maakt. En hoe je makkelijker, sneller en met meer plezier je boek schrijft. Think about it.
Omdat je boek het waard is.

PS - Belangrijk is natuurlijk dat je de redacteur vindt die het beste past bij jou en bij jouw boek. Daarover een volgend blog. Ben je ondernemer met een idee voor een managementboek? Lees dan hier wat Uitgeverij Réunion voor je kan doen.

maandag 4 maart 2013

Gelezen: De schrijfbijbel

Vorige week verscheen De schrijfbijbel, een initiatief van TenPages.com. Via dit crowdfunding-platform voor boeken werd al menig boek succesvol gepubliceerd (ik heb een van de eerste successen, het hilarisch scherpe Zo Zuidas, in een ruk uitgelezen). Met De schrijfbijbel publiceert TenPages nu een boek vol prima tips en adviezen over schrijven, met een goede inkijk in het werk van redacteuren.

De ondertitel, 'de beste redacteuren van Nederland over het schrijven van een goed boek', krijgt van mij meteen al een stevige plus omdat die de nadruk legt op 'goed boek', en geen ronkende beloftes doet over 'bestsellers'. Een goed boek, dat is waar je naar kunt en moet streven als schrijver: jouw verhaal op de best mogelijke manier vertellen. De rest is aan de lezers.

En adviezen over het schrijven van een goed boek, die krijg je in De schrijfbijbel bij tientallen. Redacteuren van (onder veel meer) Prometheus, The House of Books, Atlas Contact en Nijgh & Van Ditmar, delen hun kennis en ervaring op alle gebieden van het eerste idee voor een boek tot en met de laatste puntjes op de i tijdens het persklaar maken. Er is ook aandacht voor non-fictie, maar de meeste nadruk ligt op het schrijven van fictie.


Er komen veel onderwerpen aan bod (van bijvoorbeeld planning en proposals, tot narratief, plot, personages en omgeving, tot het uitgeefproces en alternatieve uitgeefvormen), en toch is De schrijfbijbel geen 'how to'-boek dat je van A to Z een stappenplan geeft. (En maar goed ook, want schrijven is geen paint by numbers waarin je alleen maar de juiste vakjes de juiste kleur moet geven en hop, je creatie is daar.)

Veel meer vond ik het een boek alsof je een serie koffie-afspraken hebt met een keur aan door de wol geverfde redacteuren die (en dat springt in elke bijdrage direct in het oog) met liefde voor schrijvers, boeken en uitgeven over hun vak vertellen. Naast hun tips en adviezen zijn er ook schrijfoefeningen waar je je voordeel mee kunt doen. Leuk (en handig) vond ik ook de speciale aandacht voor aparte genres als kinderboeken, thrillers, liefdesromans, en de eisen die het schrijven van een serie stelt.

Aanrader voor alle schrijvers die willen weten hoe ze hun verhaal (nog) beter kunnen vertellen.

Voor wie het wil bestellen, dat kan hier bij Eburon

en de links naar Bol:

vrijdag 1 maart 2013

Oude helden, nieuwe romans

Als tiener was ik dol op alle mythes en verhalen uit het oude Griekenland. Hele meters boeken verslond ik, meegesleept in de wereld van legendarische, sterke helden en even machtige als menselijk-kinderachtige goden. Noem me nerdy, maar ik denk dat mijn stiekeme eerste onbereikbare kalverliefde Hector van Troje was.
Onlangs stuitte ik toevallig op twee nieuwe romans, allebei over oude Grieken, en allebei voorzien van een lovende quote van een van mijn hedendaagse grote heldinnen.

De ene was De gulden middenweg van Annabel Lyon. Hilary Mantel, schrijfster van het fenomenale Wolf Hall en dito opvolger Het boek Henry zei daarover: "Deze ambitieuze en prachtig geschreven roman is een van de meest overtuigende historische romans die ik ooit gelezen heb."

De andere was Madeline Miller's Een lied voor Achilles, met een quote van de geweldige J.K. Rowling herself: "I loved The song of Achilles," zei ze in dit interview.

Nu heb ik natuurlijk helemaal een eigen mening en zo, maar niet als deze twee grootheden een boek aanbevelen. En in combinatie met mijn oude liefde voor de nog oudere Grieken, heb ik beide boeken onmiddellijk gescoord.


De gulden middenweg is het verhaal van de grote filosoof Aristoteles, die door de Macedonische koning Philippus wordt aangesteld als leermeester van zijn zoon Alexander . Dit erg mooi geschreven, bespiegelende boek nam me mee in een oude wereld en toch ook een nieuwe, en liet me denken over ratio en liefde; over wijsheid en dadendrang; over aanzien en eigen verlangens; over lotsbestemming en eigen keuzes.

Een lied voor Achilles raakte me in mijn hart: de kleine, onhandige en onzekere prins Patroclus, verbannen van zijn vaders hof, groeit op bij koning Peleus en diens zoon Achilles, halfgod, en gouden held al in zijn jonge jaren. Het verhaal van hun vriendschap en liefde, de bijna idyllische tijd bij de centaur Chiron en later de verscheurende en bloeddoordrenkte jaren voor de muren van Troje, lees je onder de schaduw van de wetenschap van het onverbiddelijke, tragische einde. En bij de laatste pagina's voelde ik mijn keel langzaam dichtsnoeren.


Voor wie meer wil lezen, de link naar Bol:



en de link naar (e-book bij) Bol: